Ja dus, zegt de Bewoners Organisatie Binnenstad. Onze historische binnenstad is veelzijdig, overzichtelijk en gelukkig steeds groener. De stad is aantrekkelijk om in te wonen, maar ook om te verblijven. Winkels en horeca zijn daarbij het grootste vertier in de stad evenals de meer dan 50 kleine en grote evenementen in het centrum. Dat alles kan samen met de ettelijke duizenden inwoners in het centrum. Een bruisende binnenstad en wonen in de binnenstad kan prima samengaan.
Maar er is ook een keerzijde. De bewoners aan de Hegstraat ondervinden regelmatig het genot van het wonen nabij de Oelemarkt. Plassen in de portieken, geluid, parkeren ect. De ondernemers aldaar zitten meestal op dat tijdstip thuis en wonen waarschijnlijk buiten het centrum. Dus nog een terrasje lijkt wat overdone.
Een onderbelichte vraag is; ‘hoeveel horecazaken kan Weert aan’. Het aantal horecazaken is explosief in Nederland en Weert toegenomen. Er is in toenemende mate een overaanbod en wildgroei. Meer horecazaken is geen wondermiddel voor de leegstand. De overkill leidt tot verdunning, want de totale horecaomzet moet worden verdeeld door meer horecaondernemers. Mensen gaan ook niet meer lunchen dan ze nu al doen, ook als is er nu nog potentieel. Het is knokken geblazen voor beginnende horecaondernemers en bij de eerste economische tegenwind zie je de bekende bordjes weer hangen. Toeristen, bezoekers komen niet naar Weert voor het culinaire aanbod. Ze komen voor het totaal pakket en daar slaagt Weert nog altijd redelijk in.
Blijft dat er best gekeken mag worden naar de groei van het aantal horecazaken. De vrijemarkt is al lang niet meer de weldoener van weleer, reguleren is geen schande. En het toestaan van meer horeca zou gepaard moeten gaan met meer toezicht op de horecazaken. Want gezellig rumoer moet er zijn, geen één bewoner van de binnenstad is daar op tegen, maar samen is gezelliger.
Leon Bouwels
Voorzitter BOB